Het kleine kruikje

Vandaag lezen we 2 Koningen 4: 1-7

De weduwe van de profeet  komt naar Elisa toe en vertelt dat ze diep in de ellende zit. Ze eindigt met de vraag ”wat moet ik doen” en dan  stelt Elisa een wedervraag: “wat heb je in huis?” als ze vertelt dat ze alleen een klein beetje olie heeft in een heel klein kruikje, krijgt ze een opdracht mee om dat beetje olie uit te gieten in  hele grote lege vaten uit haar omgeving. De vrouw sputtert niet tegen maar gaat aan de slag. Het resultaat is overbekend. Er is voor de vrouw weer toekomst.

Zo komen wij tot God met ons gebed, dat we midden in de ellende zitten, Heer wat moeten we doen, wat verwacht ik Heere, mijn hoop is op U! En dan stelt God ons vandaag diezelfde vraag: Wat heb je in huis en daarbij bedoelt Hij niet wat we in de voorraadkast hebben, maar wat we aan geloofsvertrouwen hebben om deze situatie te kunnen doorstaan, ongeacht hoe de afloop wezen zal. En net als die vrouw moeten we dan bekennen dat wat we aan geloofsvertrouwen hebben zo minimaal is, dat zelfs het allerkleinste kruikje groot genoeg is om het in op te bergen. Erkennen dat  je geloof tekort schiet is al een hele stap. Daarmee geef je ruimte voor de Heer om te helpen. God geeft dan ook jou en mij vandaag deze opdracht mee: Begin met gieten en vul al de lege vaten  in jouw omgeving. Al die grote lege vaten van mensen die totaal geen geloofsvertrouwen meer hebben, die niet van een hemelse Vader weten en in  precies dezelfde situatie als wij zitten en  hellemaal geen hoop meer hebben. Ga naar ze toe en vertel van onze Hemelse Vader die  ons dragen wil als het moeilijk is. Die ons kracht geeft om ook het zwaarste leed te dragen. Als we dat daadwerkelijk gaan doen, zullen we tot de verrassende ontdekking komen dat ons vertrouwen  als een onuitputtelijke bron van levend water zal worden. Niet dat ons kruikje zelf groter wordt, maar dat ons kleine langzame stroompje, wat soms meer druppelt dan bruist, door zal gaan zolang we maar aan het gieten zijn.  En het zal doorgaan totdat alle vaten gevuld zullen zijn, Totdat ieder van God en Zijn heilsplan voor ons, gehoord zal hebben. Dan zullen wij  met recht de eerkroon ( in het Grieks Corona!) mogen dragen. ( Psalm 89)

Gods zegen toegewenst in deze moeilijke dagen, Ga met Hem en Hij zal met je zijn

Henk Kapitein

Persoonlijke getuigenissen

Wanneer wij voor iemand gaan bidden, dan schijnt God een soort cirkel rond die persoon te trekken en hem in die cirkel te komen bezoeken. Dat gebeurde met Ricky Gresham toen zijn vrouw Helen en haar voorganger Mickey Hudnall voor hem gingen bidden. Ricky zegt: ‘Ik had de meest ellendige tijd van mijn leven in maart 1990. Hoewel ik het toen niet besefte, was de Heilige Geest met mij bezig. Ik weet niet hoe ik het moet uitleggen, maar waar ik ook kwam, overal werd ik met dingen van God geconfronteerd. Elke morgen als ik wakker werd, was het alsof God daar was. Mensen die ik jaren kende, spraken in mijn buurt ook voortdurend over de Heere.’ Ik werkte toen als zelfstandige in mijn winkeltje en af en toe kwam er iemand binnen die een gesprek begon over de Heere God. Ik was nog te trots dat ik niemand vragen wilde stellen over God. Uiteindelijk heb ik toch de moed gehad om dat te doen. Die man, een klant in mijn winkel zei: Een ogenblik ik pak even mijn Bijbeltje uit mijn auto. Hij bladerde door zijn Bijbel en las mij een aantal teksten voor. Ik begreep niet precies wat hij mij wilde zeggen, maar er was één zinnetje dat me altijd bij is gebleven: “Je moet opnieuw geboren worden”. Iets trok mij naar dat Woord van God in deze moeilijke periode in mijn leven. En omdat ik te trots was om iemand naar een Bijbel te vragen, zocht ik in een encyclopedie ‘’Christus’’ op. Daar vond ik een afbeelding van Jezus Christus aan het kruis. Mijn aandacht werd steeds weer getrokken naar dat plaatje. Elke nacht stond ik op om er even naar te kijken. Tijdens er weken die volgden, probeerde ik mezelf te veranderen. Ik kon in die moeilijke tijd niet stoppen met vloeken; elke tweede woord was een vloek. Ik probeerde wanhopig daarmee op te houden, maar kreeg het niet onder controle. Het controleerde mij!

Uiteindelijk kwam ik, op mijn werk, tot mezelf en riep tot God: “Heere, ik kan dit niet meer aan, help me! Ik begrijp nog niet precies wat Jezus voor mij op het kruis heeft gedaan, maar laat mij dat zien en ik zal U volgen.” En sinds die dag is er iets in mij veranderd. Ik ben niet alleen kunnen stoppen met vloeken, ik kreeg er ook een afkeer van. Het was alsof ik het nooit had gedaan. Ik moest het gewoon aan iemand vertellen, daarop vroeg ik de voorganger of ik iets in de kerk mocht zeggen. Alles wat ik kon zeggen was dat God me zover had gebracht dat ik de Heere Jezus was gaan liefhebben en ik bereid was om Hem mijn leven lang te volgen. Wat ik tijdens die 2 maanden niet wist, was dat mijn vrouw en haar voorganger besloten hadden om elke dag voor mij te bidden. Wat ik dus meemaakte was Gods antwoord op hun gebeden. Nu besefte ik dat ik het product was van hun volhardend gebed en als u dat ook hebt meegemaakt, dan weet u waar ik het over heb. Ik ben nu zelf voorganger van een gemeente en ik ervaar voortdurend meer en meer van Gods genade. Als we God vragen om iemand te redden, dan moeten we bereid zijn Hem te laten doen wat nodig is om die persoon tot Hem te trekken.

Wesley Deuwel zegt: “Veel gebedsverhoringen vereisen dat bepaalde mensen hun wil aan Gods plan gaan onderwerpen. God speelt niet met mensen zoals wij schaakstukken op een bord verschuiven. Hij overtuigt hen door allerlei invloeden en druk op hen uit te oefenen. Die druk kan zeer zwaar worden. Dat was bijvoorbeeld het geval bij Tony Fontenot: “Ik ben in een christelijke familie geboren, waar vele mensen echte bidders waren, zoals mijn moeder, grootmoeder, tantes en ooms. Hoewel ze al jaren voor mij hadden gebeden, bleef ik alles op mijn eigen manier doen. Maar als God Zich met ons gaat bemoeien en wij toch gewoon doorgaan met ons leven op onze eigen manier te leiden, dan staat Hij toe dat er soms traumatische dingen in ons leven gaan gebeuren. Ik kan u verzekeren dat Hij wel weet hoe Hij onze aandacht moet krijgen!!

God trok mijn aandacht op mei 1982. Ik was juist klaar met het sproeien van chemicaliën over een veld met sojabonen en ik vloog met mijn vliegtuigje weer naar huis. Het stortte in een afgelegen gebied neer tussen de bomen en vloog in brand. Ik stond zelf ook in brand. Ik rolde mij over de grond om de vlammen te doven en toen ik opstond zag ik dat heel mijn kleding verbrand was en de huid van de arm helemaal los langs mijn hand hing. Mijn linker oog was ook blind en er liep vocht uit mijn lichaam. Ik besefte dat ik in grote moeilijkheden was. Ik riep om hulp, maar niemand hoorde mij daar. Ik rende totdat ik zo moe was dat ik niet meer verder kon. Ik ging onder een boom liggen en daar ben ik gaan bidden. Ik smeekte God of iemand me daar zou vinden zodat ik er niet zou sterven. Plotseling gebeurde er van alles. Het was precies alsof er iemand naast mij stond, die mij opraapte. Nieuwe kracht stroomde door mijn lichaam en ik begon weer te rennen, totdat ik plotseling een auto zag staan. Ik liep er naar toe en schreeuwde om hulp. De man zag in welke toestand ik was en heeft mij met grote snelheid naar het ziekenhuis gebracht. Vandaar werd ik naar het brandwondencentrum gebracht, waar ik 2 maanden revalideerde en op intensieve zorg heb gelegen. Door deze traumatische ervaring heeft God mijn aandacht getrokken.”

Geliefde gemeente

Zomaar twee verhalen van mensen in crisis die door gebed een wonder mochten meemaken. Niet de genezingen van hun lichaam, maar het eeuwige behoud van hun ziel. Is God de oorzaak van dit virus, van deze crisis? Nee, want God kan niet met het kwade verzocht worden zegt Jakobus. Maar Hij wil ons er wel wat mee zeggen. Hij gebruikt het wel om mensen als u en jij te redden. Perspectief te geven in deze moeilijke tijden. Hij zoek mensen op die verdwaald waren in hun leven en brengt ze op de eeuwige Weg: Jezus Christus.

O God en Heer, in ’t glorielicht,
van ’t boventijdse leven,
in vreugd’ en liefd’ en in ontzag
wil ik aan U mij geven,
dat ik gehoorzaam aan Uw wil
de weg ga tot de ander,
dat ons trouw aan U zich toon’
in liefde tot elkander.

Met broederlijke groet,
Ds. J. Hoekman, proponent H.J. van der Wal

Korte overdenking: Jeremia 29

We lezen vandaag Jeremia 29 vers 5-11. Een bekend hoofdstuk wat ons ook nu in de huidige situatie iets te zeggen heeft.

De  boodschap die Jeremia  aan de ballingen bracht  om  in Ballingschap het leven op te pakken want de ballingschap zou nog wel  even duren. Maar verlies niet je identiteit, want er komt het moment dat je weer terug gaat, dus leef alsof je  in je vaderland bent. Laat je niet door de ballingschap ontmoedigen . want het zijn geen gedachten van onheil die de Here over u koestert, maar gedachten van vrede om u een hoopvolle toekomst te geven.

De Here God  geeft een boodschap van troost, maar totaal anders dan waar op gerekend werd. De ballingschap werd niet verhinderd of stopgezet .  Bereid je voor dat je hier mee zult moeten leven. Het treft jullie en  zal ook nog even duren, God geeft aan dat er geen  wonder op afroep te wachten staat waardoor de dreiging weggenomen wordt. God geeft het advies om   net als de anderen je maatregelen te nemen, je leven aan te passen en niet te roepen zoals de valse profeten deden dat zij de tempel hadden dus hun niets kon gebeuren, of dat wij Christenen zijn en  wij niet getroffen zullen worden, Nee,  dit treft je , houdt er rekening mee, bereidt je voor, maar laat zien dat er voor ons hoop is, omdat God over ons gedachten van vrede heeft.  Behoudt je geloof, je identiteit. Zorg dat je herkenbaar blijft als christen in  dit soort situaties, zie om naar elkaar, ondersteun elkaar denk aan je naaste, steek elkaar een hart onder de riem. Bidt en werk. Laat net als de ballingen die  gewoon  doorgingen met huwen, kinderen krijgen, door je leven zien dat deze bedreiging geen aanslag op je geloofsvertrouwen is, ga door met christenliefde, bidden, helpen, weest het lichaam van christus ons hoofd en laat dit zien en beleven door mensen die als een onthoofde kip  in paniek ronddolen , paniekaankopen doen,  of totaal ontredderd  en verweesd achterblijven. Wij zijn geredde mensen, en wij zijn absoluut niet verweesd, want God is onze vader die gedachten van vrede over ons koestert en al het kwade ten goede keren zal